dinsdag 31 juli 2012

BIBELOTS



De Nederlandse vertaling voor bibelots is zoiets als prullaria. Daar vallen alle dingen onder die geen enkel doel dienen. Ze zijn er om er te zijn, verdere ambities hebben ze niet. Als je op vide-greniers (rommelmarkten) rondwandelt en het aangeboden plastic kinderspeelgoed niet meetelt, zie je dat ongeveer 90% van de rotzooi uit bibelots bestaat. Al dat spul werd ooit door iemand gekocht. Vandaar dat ik de conclusie trek dat de mensheid een aanmerkelijk deel van zijn inkomen aan klinkklare rotzooi uitgeeft. Rotzooi die nergens toe dient en die vroeg of laat op de een of andere rommelmarkt belandt. Daar wordt dat spul gekocht door mij. Jawel, beste mensen, je wil niet weten wat voor rotzooi ik op rommelmarkten koop. Dat gebeurt zonder redenatie, zonder plan, wars van elke ratio. Waarom doe ik dat dan? Het antwoord is complex en voer voor psychologen. Vooral kom ik dingen tegen die mijn diepste herinneringen bovenhalen. Dat heb ik bijvoorbeeld met speelgoedtreintjes en speelgoedfornuisjes. Als klein kind had ik een electrisch treintje waarvan de rails door sinterklaas op een stuk hardboard waren geplakt. Urenlang kon ik op de grond liggen om naar het vinnige locomotiefje te kijken dat schijnbaar moeiteloos zeven wagonnetjes voorttrok, rondje voor rondje Ik droomde daar landschappen bij. Op een rommelmarkt kan dat warme onderbuikgevoel van toen ineens opduiken. Een treintje, hoewel nutteloos, kan ik daarom moeilijk laten staan. Met kinderfornuisjes van hetzelfde laken een pak. Op de kleuterschool mochten we elke woensdagochtend pannekoekjes bakken die dan in een stuk krant werden verpakt en die kleffe dingen trots naar moeder werden gebracht. Hoewel dat al bijna zestig jaar geleden is, hoor ik nog steeds het spetteren van het klontje boter en ruik ik nog steeds het esbitblokje dat de boel verwarmde en de bloem waarvan het beslag werd gemaakt. Pure nostalgie. U begrijpt dat ik op een rommelmarkt zo'n fornuisje niet kan laten staan, ook al heb ik er inmiddels al honderden die me in de weg staan. Een boer en boerin waarin vroeger drank heeft gezeten, een engeltje met tedere handjes, een trotse Jeanne d'Arc, een torsende Atlas, een lieflijk vaasje of een oude fles, ik kan er verdorie niet van afblijven. Dit tot grote vreugde van de brocanteurs die mij graag zien komen. Hun nobele beroep houd ik in stand, want na mijn dood zullen al die bibelots weer op de rommelmarkt verschijnen. L'histoire se repête toujours, de één zijn dood is de ander zijn brood...

zaterdag 28 juli 2012

Een zwembad maakt vrienden

Gelukkig is er na het onweer van gisterenavond wat verkoeling gekomen. Maar gisteren! Wat doe je als de buitentemperatuur met je lichaamstemperatuur wedijvert en zelfs het puffen vermoeiend is? De mensen duiken dan in hun zwembad. Zoals Bas in het volgende dorp, tussen het zetten van de tegels door. Maar ja, bij hoge zomertemperaturen heb je vooral een zwembad voor andere mensen. Hoe warmer het is, hoe meer vrienden je hebt. Die komen allemaal bij je op visite, zuipen je kelder leeg, maken een plasje in het water en zijn weer verdwenen zodra de zon ondergaat. Als je aan je zwembad moet werken, ben je meestal alleen, vrienden heb je dan niet meer. In ons vroegere huis in België hadden we een eigen binnenzwembad. Toen we na drie weken vakantie thuiskwamen, bleek de thermostaat bij onze afwezigheid stuk te zijn gegaan. Gevolg was dat veertig kuub water aan de kook was. Het heeft toen een maand of vijf geduurd vooraleer het bad voldoende was afgekoeld. Met alle vochtproblemen en de faktuur van de energiemaatschappij vandien. Carine en ik beslisten toen dat we nóóit meer een zwembad zouden aangeschaffen. Maar sinds we vorige week een ander huis met veel grond kochten, begint het toch weer te kriebelen. Stiekem heb ik al sites van zwembadleveranciers bezocht. Het zal er dus ondanks alles wel van komen.
Wat doen we zolang het gat nog niet gegraven is? We poetsen de auto's. Lekker spetteren en kliederen. Gisterenochtend was de mijne aan de beurt, 's middags gevolgd door die van Carine. Kijk, dat is het grote verschil met een zwembad: als je de auto poetst, heb je geen vrienden...

dinsdag 24 juli 2012

Nounounou

Nounounou, het was me weer een dagje wel. Eerst gingen we in alle vroegte op reportage bij een plaatselijke foie gras producent. Daarna moesten we meteen door richting Bergerac omdat Bas Holten een bbq hield. Dat was een symphatieke middag waarbij we ook onze oude vriend Willem Fijten ontmoetten die met zijn familie en tent door Frankrijk zwerft. Vervolgens weer snel naar huis, want morgen begint de jaarlijkse vide-grenier. Met schagen en oude deuren een winkeltje gebouwd en met veel gepuf de zolder leeggemaakt. Toen moest ik me nog aan de traditie houden en die wil dat ik jaarlijks enkele unieke stukken presenteer. Dit jaar heb ik die gevonden in een potje urine, in Austerlitz door Napoléon lui-même geproduceerd. En een niersteen van een Neandertaler, 120.000 jaar oud.

Ik was met dat alles nauwelijks klaar of er begonnen van alle kanten sirenes te loeien. Sirenes van helrood gekleurde brandweerwagens die telkens vrijwel pal voor onze deur kwamen bijtanken uit een rood ding dat in de grond staat en waar desgewenst heel veel water uitkomt. Het bleek dat net buiten ons dorp een houten chalet in de fik stond, midden in de brandbare bossen. De hele avond hebben de pompiers af en aan gereden om water te tanken, nu tegen middernacht zeggen ze alles onder controle te hebben. Hopelijk maken ze daarbij geen inschattingsfouten. Altijd weer moet ik de Fransen complimenteren over hun nooddiensten die tot de beste en meest accurate van Europa behoren.
Weet u wat? Ik ga naar bed. Mogenochtend rond half zes start het circus en ik wil er geen minuut van missen. Bezoekt u morgen (woensdag) de enorme rommelmarkt in Saint-Pompon en komt u bij onze familiestand, spreek dan gewoon het wachtwoord "citroen" uit. Indien wij u antwoorden met "komkommer" weet u dat wij uw signaal begrepen hebben, we trekken dan een flesje open of ik haal mijn kan ti'ponch uit de koeling. Tot morgen!

maandag 23 juli 2012

Overmorgen vide-grenier!


Hé la-bas, zeg nu niet dat ons lieve dorpje is ingeslapen, het barst van de activiteiten die speciaal voor u worden georganiseerd. Zelfs is er een speciale hightech full colour strooifolder gedrukt waarop één en ander vermeld staat. Op dit moment loopt een expositie van alle overjarige guppies die menen te kunnen of te moeten schilderen. Het is allemaal naïef en simpel, maar ja, dat dachten ze destijds van Van Gogh ook. Op 9 augustus komen alle oude motoren uit de schuren tevoorschijn, van 7 tot 9 september wordt de een of andere vergeten heilige op veel alcohol getracteerd, 13 oktober is de spannende dag van de lotto waarbij je een ham en een ezel kunt winnen, wat ze hier met Halloween bedoelen is me onbekend. Vervolgens vindt op 10 november het feestje plaats ter ere van de wijn en de kastanjes, een dag later wordt bij het oorlogsmonument het glas geheven en op 25 november hebben ze weer iets nieuws bedacht. Maar dit alles valt werkelijk in het niet bij de dingen die woensdag te gebeuren staan, overmorgen dus: de jaarlijkse vide-grenier. Vide is leeg en grenier betekent zolder. De zolders worden leeggehaald en iedereen mag die troep kopen. Carine, ik en de kleinkinderen Cleo en Doris hebben in ons eigen straatje 8 strekkende meter ruimte gehuurd, waarvoor we reeds 9 euro betaalden. We hebben namelijk altijd te veel rotzooi en altijd te weinig geld. Op zo'n dag probeer je het tij te keren. Tot nu toe is dat altijd jammerlijk mislukt, want ik koop op de vide-grenier altijd meer rotzooi dan dat ik verkoop. Karma.
Nu blijft het voor ons jaarlijks niet bij de voormelde 9 euro. Omdat ze weten dat wij ondernemers zijn, worden we geacht om als hoofdsponsor op te treden. Dat vragen ze jaarlijks aan twaalf mensen en die durven geen nee te zeggen. Als dank voor je sponsorgeld vermeldt men je logo op alles wat los en vast zit. De kosten van een hoofdsponsorship? 35 euro per jaar.
Nog twee nachtjes slapen en het is zover! Dan worden alle straatjes van het dorp omgetoverd tot een Waterlooplein. U komt toch ook?

zondag 22 juli 2012

Volgersverwaarlozing

De laatste dagen heb ik deze blog, dus ook mijn trouwe volgers, volledig verwaarloosd. Als excuus zal ik proberen om op omfloerste wijze de reden aan te geven.
Het begon allemaal een dikke week geleden toe ik hoorde dat dat enorme huis bij ons in de buurt nog niet de helft kostte van wat ik altijd had gedacht. Een gigantische originele périgourdine met een nieuw dak, centraal verwarmd, met een overdekt terras (voormalige tabaksdrogerij) van 10 op 5 meter, met 2 garages, met een kelder van 5 op 7 meter, met een tuin van 2.000 meter, met een enzovoort, plotseling besefte ik dat dit projekt voor ons helemaal niet onbereikbaar hoefde zijn toen ik de vraagprijs hoorde.

De zwaarste dagen kwamen daarna, want Carine moest worden overtuigd en zij staat bij mij bekend als Madame Non. Zoals ik had verwacht, was haar direkte antwoord inderdaad Non. Maar ik moest en ik zou! Stiekem zette ik de forge (ons tweede huis in Saint-Pompon) een beetje te koop op deze blog. Bovendien, met Ille kreeg ik een handlanger die Carine met veel overredingskracht overtuigde. En toen geschiedde het wonder: Binnen de 24 uur had ik al een bod van een Engelse dame en binnen drie dagen was de forge verkocht, overigens niet aan de Engelse. Het werd dus tijd om handtekeningen te zetten en om opmetingen te doen. Carine en ik waren een volle dag bezig met meetlint, papier en potlood. Vervolgens moest alles nauwkeurig op papier en tekende ik het electriciteitsplan, het waterplan en de keuken. Daar ben ik nu mee klaar, zoals u op bijgaande prentjes ziet. Ik heb dus allesbehalve stilgezeten en hoop dat u mijn excuus aanvaardt.
In Saint-Pompon is àlles aanleiding voor een feestje, de mensen leven met elkaar mee. Op het moment dat wij opmetingen deden, was restaurateur Bruno al bezig met het vullen van een speenvarken. Dat onfortuinlijke dier werd later genuttigd, begeleid door overvloedige alcohol.


Ik sta dus weer klaar om mijn bleu aan te trekken. Eerst moet ik de forge leeghalen en daarna ga ik overbodige muren slopen. We krijgen een living met een mooie haardpartij, een slaapkamer met uitzicht naar twee kanten, een ruime badkamer met inloopdouche, een hemelse woonkeuken die uitgeeft op zowel het terras als het overdekte terras, een hobbykamer voor Carine, een bureau met een groot houtvuur voor mij, een autonoom gastenappartement, een wijnkelder en een garage waarvoor ik een lelijke eend wil kopen.

De "tuin" is een wildernis, maar ook dat zal veranderen. De boomgaard van 15 notenbomen zal straks een zwembad flankeren. Zoals u eerder al van me gewend was, zal ik u ferm op de hoogte houden van de ontwikkelingen.
En dan was er vanochtend plotseling een nieuwe ontwikkeling. Wijnboer Christian kwam bij ons langs om een partijtje verse haricots verts en nieuwe aardappeltjes te brengen. Hij legde me terloops uit dat het huis, ons nieuwe projekt, heel lang geleden in zijn familie was geweest. Zijn voorvader had authentieke, op perkament geschreven noratiële aktes gevonden uit de zestiende eeuw waarin het huis wordt gekocht. Christian wil er nu voor zorgen dat ik die actes in handen krijg!

U ziet, een mens moet zijn dromen nooit opgeven. Nooit! Als je dat doet, ben je verloren.
Trouwens, waarom zo'n groot huis terwijl we in Saint-Pompon al een mooi huis hebben? Dat weet ik ook niet helemaal precies. Of eigenlijk toch wel. Ik ben nu 62 en kan er dus fysiek nog volop tegenaan met een verbouwing. Maar zal ik dat straks nog kunnen? Ik voel het dus als mijn laatste kans. Er komt een dag dat ik de uitgeverij vaarwel zal zeggen. Als ik dan kan terugkijken op de ultieme verbouwing en kan rondlopen in en rond het ultieme huis, dan heb ik in het leven meer bereikt dan ik ooit kon dromen...

zaterdag 14 juli 2012

Ruimte voor duizend fornuisjes

De opwarming van de aarde zet zich verder door. Op de quatorze juillet stapten we vanochtend in de auto met zowel de kachel als de stoelverwarming in hun hoogste stand. Na een kwartiertje begon de kou uit onze karkassen te stromen. We waren in de auto om diverse rommelmarkten te doen. Eerst naar de jaarlijkse brocantemarkt van Gourdon en vervolgens naar een stuk of vier dorpen op het kalkplateau van Quercy. De buit van de dag was niet groot maar wel razend interessant.
Op ons redactiecentrum in Schilde heb ik in de wand tussen de keukenzaal en de redactie een hele rij vitrines ingebouwd. Daarin hangen circa 80 verschillende slagroomkloppers te pronken. Ze stammen uit de periode 1800 tot 1960 en geven een mooie indruk van de evoluties in de industriële archeologie. In Saint-Pompon hangen er in de keuken ook een stuk of 20, gewoon voor de grap. Het komt tegenwoordig bijna niet meer voor dat we een model vinden dat we nog niet hadden. Maar vandaag vonden we maar liefst twee stuks en waren daar heel blij om.


Daarnaast konden we onze afdeling speelgoedfornuisjes uitbreiden met een uniek electrisch modelletje uit de jaren vijftig. Ik heb ze recentelijk niet geteld, maar de collectie zal nu ongeveer 250 stuks bedragen. Door plaatsgebrek staan ze in de kelder opgeslagen in kratten en dat is eigenlijk wel jammer. We verwachten echter dat we straks meer dan genoeg plaats zullen hebben voor duizend fornuisjes zodra ons nieuwe project klaar is. Wat die nieuwe uitdaging is, ziet u op onderstaande foto. Een enorme perigordine aan de rand van ons dorp... Het grappige is dat het bos op de achtergrond al in ons bezit was. Dat truffelgebiedje kregen we destijds onverwacht gratis bij de aankoop van ons eerste huis.


Dit wil meteen zeggen dat onze gerestaureerde forge (zie eerder deze week) definitief te koop staat.

donderdag 12 juli 2012

De punt van de wandelstok

Als kind was ik altijd een beetje tegendraads en deed graag precies het tegenovergestelde van wat me gevraagd werd. Dat komt, zo blijkt achteraf, omdat de ontvangen autoritaire opvoeding geen ruimte liet voor motivatie. Zoals in het leger: Niet lullen, putje graven. Als je een putje moet graven en je begrijpt waarom, ja dan graaf je wel.
Vandaag hebben we een stevige wandeling gemaakt. We gingen wijn halen bij Maman Laplanche die bovenop de berg woont. Voor het eerst had ik mijn nieuwe wandelstok bij me, waar ik aanvankelijk uit onwennigheid ferm mee zwaaide. Na elkele honderden meters had ik de ritmische beweging echter volledig te pakken en werd ik voor omstanders een stuk minder gevaarlijk. Eerst gingen we dus bergop. Omdat me vroeger werd voorgehouden dat ik links van de weg moest lopen, liep ik uiteraard rechts. Op de terugweg richting dal was er een moment van onoplettendheid, onbewust ging ik aan de linkerkant van de weg wandelen. En plotseling wist ik waarom ik dat voortaan altijd moet doen, ik ontdekte namelijk de motivatie ervan. Want let op. Door aan de linkerkant van de weg te lopen en je wandelstok in de linkerhand te houden, wordt het ineens een stuk rustiger. De wandelstok, die op de heenweg steeds een hinderlijke tik gaf telkens als hij het asfalt raakte, gaf geen kik meer. Door links van de weg te lopen kwam de wandelstokpunt voortaan in het gras van de berm terecht, hetgeen hooguit met een licht geruis gepaard ging. Het was verdorie een hele openbaring. Had men mij dat als kind verteld, zou ik zeker gehoorzaam zijn geweest.


woensdag 11 juli 2012

Huis te koop?

Gaan we één van onze huizen verkopen? Ik zal u uitleggen waarom ik mezelf die vraag stel. De afgelopen twaalf jaar heb ik in mijn dorpje in de Périgord vrijwel niet anders gedaan dan restaureren en verbouwen. Ik begon aan een 14e eeuwse ruïne en maakte er in zes jaar tijd een droompaleisje van. Toen ik er mee klaar was, had ik de smaak dermate te pakken dat ik nóg zo'n ruïne kocht: de oude dorpssmederij. Deze bleek een smidse-vloer uit de Gallo-Romeinse tijd te hebben, dus is veel ouder dan ik had gedacht. Alweer ben ik zes jaar bezig geweest. De prachtige houten plafonds onder de kalk vandaan toveren, maandenlang muren afbikken om de natuursteen weer zichtbaar te maken, verstopte buitendeuren in ere herstellen, de volledige electra vernieuwen, enzovoort. De living kreeg een dikke parketvloer van kastanje, er kwam een nieuwe open keuken die van alle gemakken is voorzien, de twee slaapkamers werden echte juwelen en de badkamer is van het type nog-nooit-gezien. Absurd groot, met tweepersoons bubbelbad en met een douchecabine die met een druk op de knop stoomcabine wordt. De achtertuin werd opnieuw aangelegd, met zowel een open als overdekt terrasje en een grasmat. Gisteren zijn we planten gaan kopen voor het voortuintje dat we vandaag gaan inrichten. Het is kortom alweer een droompaleis geworden.
Maar nu zit ik met een levensgroot probleem. In de loop van die twaalf jaar ben ik dermate aan het restaureren verslaafd geraakt dat ik de kriebels blijf hebben. Vandaar dat ik overweeg om de "forge" (voormalige smederij) te verkopen om van de opbrengst weer een ruïne te kopen. Als ik onze enkele duizenden uren niet reken en alleen de aanvangsinvestering plus materialen tel, kom ik op een bedrag van 165.000 euro. Als u een bod wilt doen, het mag. norbert@saisonnier.net

dinsdag 10 juli 2012

Zoekt u handel?

De Benelux en Zuid-Frankrijk zijn volstrekt andere gebieden met andere accenten. Met die stelling trap ik uiteraard een open deur in. Maar wat moeten we ermee? Moeten niets, maar kunnen veel. Ik duik even terug in de geschiedenis, minstens 20 jaar terug, de tijd dat ik nog een ander leven en ander beroep had. Met Heidemij bezocht ik Noord-Oost Frankrijk, de streek in de buurt van Nancy. Daar waren zeer veel Nederlandse boeren neergestreken om er een nieuw bedrijf op te starten. We bezochten diverse boeren en hadden intensieve gesprekken. Wat bleek? De boeren, die meestal het materieel van hun vroegere bedrijf naar Frankrijk hadden overgebracht, beschikten in Frankrijk niet over reserveonderdelen. Dat ging allemaal heel moeizaam want open grenzen bestonden toen nog niet. Weet u wat er is geworden van degene die zich op ons aangeven in die markt stortte? Hij werd stinkend rijk. Reserveonderdelen voor Nederlandse machines in Frankrijk, de blije boeren stonden ervoor in de rij.
Het is nu minstens 20 jaar later. De wereld is veranderd, we betalen allemaal met de euro en de grenzen zijn open. Je zou denken dat daarmee ook de verschillen voorbij zijn? Mis! Een voorbeeldje. In het noorden betalen wij voor een geranium 80 cent, in Frankrijk € 8,50. Een bosje tulpen waarvoor we in Amsterdam 5 euro betalen, kost hier 24 euro. Kortom, wil iemand in Frankrijk een nieuw leven beginnen en hij weet niet waarmee, dan roep ik: bloemen en planten.
Een vriend van me, Jan van Grinsven, is de kasteelheer van Château Les Merles, een droomparadijs in de buurt van Bergerac met een enorme golfbaan, zwembad, hotelaccomodatie en 2 restaurants. Zo'n luxe bedrijf heeft heel veel bloemen nodig en in Frankrijk is dat niet te betalen, afgezien nog van de belabberde, verlepte kwaliteit. Wat deed Jan? Hij regelde dat er voortaan wekelijks een koelwagen passeert die op weg naar Spanje is. Jan betaalt voor zijn bloemen en planten de Nederlandse prijzen plus een kleine opslag voor het transport. In Château Les Merles staan daarom altijd volop prachtige verse bloemen in de vazen, iets waar de Fransen ohh en ahh tegen zeggen.
Wilt u ergens in Frankrijk goed de kost verdienen en de Fransen ook nog eens ohh en ahh laten zeggen, dat is het de moeite waard om een handeltje in Nederlandse bloemen en planten te bestuderen. Mocht u daarmee rijk worden dan zie ik graag een vrijblijvend percentage op mijn bankrekening gestort...

Tuinbonensoep


De moderne consument is het allang vergeten om met de seizoenen te leven. Aardbeien met kerstmis, we staan er al niet meer bij stil. In de Franse binnenlanden is dat anders, daar eten de mensen vooral wat de natuur op het moment biedt. Logisch, want in zijn seizoen is elke groente het goedkoopst én het lekkerst. Op dit moment is het hooitijd rond Saint-Pompon. Met de moderne machines is dat een werkje waarbij de boer op zijn luie kont in de tractor zit, vijftig jaar geleden nog was het hooien voor het boerengezin de zwaarste arbeid van het jaar. Maaien met de zeis, opbinden met de sikkel, in de kar laden, thuis naar de hooizolder brengen, het vergde veel energie. Dus was ook voeding met veel energie nodig. Die werd gevonden in de tuinbonen die op hetzelfde moment rijp zijn. Mémé (oma) ontfermde zich hierover en maakte er een soep van die door de werkers drie- tot viermaal daags werd gegeten. ondanks de moderne oogstmachines bestaat de soeptraditie nog steeds, begin juli staat er bij de boeren steevast tuinbonensoep op het menu. De soep is niet moeilijk om te maken en lijkt een beetje op de noordelijke erwtensoep. Hier is het recept.

Tuinbonensoep

Benodigd: 1 kilo gedopte tuinbonen, 3 plakken gerookt spek van 1 cm dik, 2 uien, 2 tenen knoflook, 1,5 soeplepel eendenvet, peper, zout.

Zet de gesnipperde uien aan in eendenvet zonder kleuren, zet vervolgens de bonen met de gesnipperde knoflook erbij aan, vul de pan aan met water tot de bonen onderstaan en laat 45 minuten koken. Haal het spek eruit, snijd in dobbelsteentjes en bak ze in een droge pan. Pureer de soep heel fijn met de staafmixer en voeg daarna de spekblokjes toe. Deglaceer de spekplan met een beetje water en voeg dat vocht aan de soep toe. Breng verder op smaak met peper en eventueel wat zout.

Chabrol
Zo noemen de boeren hun gewoonte om het laatste restje soep in hun bord te vermengen met rode wijn en dit naar binnen te slurpen. Geloof me, de combinatie van tuinbonensoep en rode wijn geeft de lekkerste chabrol die ik ooit proefde. Het is de ultieme foodpairing avant la lettre.