vrijdag 29 juni 2012

Verwaarlozing

Deze week is mijn pomponblog aan hevige verwaarlozing onderhevig, maar dat heeft zijn reden. Tekst en uitleg ziet u op mijn andere blog http://norbertkoreman.blogspot.com/

maandag 25 juni 2012

Waar ben ik?

Het is nu twee uur in de nacht. Zojuist ben ik op handen en voeten thuisgekomen. Dronken? Nee allesbehalve, het was zo donker. Schilder Herdin is weer in het dorp gearriveerd, we hadden heel veel bij te praten. Voor ik het wist ging de "stadsverlichting" uit. Dat wil zeggen dat het dan volstrekt, maar dan ook volstrekt donker is. Je ziet werkelijk nul komma nul en in een middeleeuwse omgeving is het dan niet logisch om je weg te zoeken. De situatie in gedachten hebbend, denk je: na zoveel passen moet ik links. Fout, want je bent dan al tegen een muur geknald. Hier moet ongeveer mijn poortje zijn? Zoeken met de handen vooruitgestoken. Je voelt iets van hout. Nee, mijn poortje is van ijzer. Zou ik misschien de garagedeur gevoeld hebben? Dan vier passen naar rechts. Zit ik met mijn poten in een hevig prikkende rozenstruik. Aha, nu weet ik het. Het poortje bevindt zich tussen de garagedeur en de rozenstruik. Weer enkele pasjes naar links dus. Daar voel ik een blinde muur en die past helemaal niet in mijn belevingswereld. Even aan de grond voelen. Dat lijkt op asfalt en in ons straatje is sinds vier jaar geen asfalt meer. Waar ben ik? Verder op de tast. Als ik me nu 180 graden omdraai, waar kom ik dan terecht? Pasje voor pasje, de handen als een slaapwandelaar uit een stripboekje vooruit gestoken, ga ik voorwaarts, tot ik in een grote struik terecht kom. Eentje die niet pikt. Waar ben ik in hemelsnaam? In een ander dorp? Op een andere planeet? Dan draai ik 90 graden naar links en vervolgens 180 graden naar rechts. Kom ik weer bij die nietpikkende struik uit. Is het eigenlijk wel een struik? Enzovoort. Enfin, om een lang verhaal kort te maken, heb ik het uiteindelijk toch nog gered. Ik brak mijn nek namelijk over mijn eigen antieke motorfiets die in de buurt van het poortje staat geparkeerd. Ik heb het uiteindelijk gered want anders had ik mijn laptop niet kunnen vinden. Maar vraag niet hoe.
Elke keer als ik 's avonds bij klaarlichte dag het pand verlaat, moet ik er rekening mee houden dat ik mijn eigen buitenlamp ontsteek. Zonder ogen zijn we helemaal ontmand. Maar soms vergeet je dat uit pure arrogantie.

zaterdag 23 juni 2012

Voorrbereidingen feestelijkheden

Op het dorpspleintje zijn de voorbereidingen in volle gang, voor het eerst dit seizoen zal vanavond de Marché Gourmande plaatsvinden, het preuvenement van Saint-Pompon. Gedurende de hele zomer zal dat elke zaterdagavond te doen zijn. Dit is echt iets om mee te maken. Dorpelingen, boeren en handelaren uit de buurt stellen zich op met een marktkraampje of  bestelauto en bieden allerlei lekkers aan. Iedereen heeft zijn eigen specialiteit. Een kleine opsomming van wat ik me van vorig jaar herinner: oesters, gekookte mosselen, gebakken mosselen, omeletten met diverse paddestoelsoorten, paëlla, droge worsten, soep, taarten en taartjes, vlees, kazen en kaasjes, bier, salades, ijs, overzeese hapkes, Viëtnamese specialiteitjes, halve haan met frites, pizza, bbq, wijn en nog veel meer. Overal staan tafels en houten banken opgesteld, je moet gewoon gezellig aanschuiven. Neem je eigen borden, bestek en glazen mee en geniet voor weinig geld. Doe geen moeite om met flessen wijn te zeulen, wijn heb je hier al voor een paar euro per liter.
Meestal is er ook (amateuristische) live muziek bij, er is zelfs een nieuw dansvloertje getimmerd. Dit gaat tot in de kleine uurtjes door, elke zaterdag dus.
Het is op dit moment qua toerisme nog redelijk rustig, maar dat zal binnenkort veranderen als de campings volstromen. Dan wordt het op de marché gourmand een drukte van belang. Welkom, zou ik zeggen.

Afkickverschijnselen

Het is bij tijd en wijle lastig om er twee blogs op na te houden. Vandaar dat ik af en toe even wissel. Op mijn andere blog http://norbertkoreman.blogspot.com/ heb ik het vandaag over de afkickverschijnselen die ik telkens de eerste week in Saint-Pompon ondervind. Ze zijn niet leuk, maar ze zijn als de griepprik: je moet er even door.

donderdag 21 juni 2012

Een tipje van de sluier


Ik beloofde u een tipje van de sluier op te lichten van mijn aanstaande boek "Groeten uit de Périgord". Op de foto ziet u de kladuitdraai die ik momenteel aan het corrigeren ben. Ik begin het boek met een fotocollage van een aantal pagina's en laat vervolgens de seizoenen één voor één tevoorschijn komen. Elk seizoen barst van de onderwerpen, van de hak op de tak. Daarbij komen alle wetenswaardigheden aan bod die ik in en rond mijn dorpje kan vinden. Vaak gaat het direct of indirect over eten en drinken, de mensen in de Périgord zijn daar de hele dag mee bezig. Ook laat ik de gastronomie aan bod komen, met reportages in alle restaurants van de regio die bij Les Amis Saisonnier zijn aangesloten: Le Gabarrier (Robert Besse), Le Vieux Logis (Vincent Arnould), Château Les Merles (Darius Belvès) en Le Gindreau (Alexis Pélissou). Maar ook de eenvoudige oergastronomie komt aan bod. Veel pagina's zijn gereserveerd voor het zwarte goud, de Périgord truffel.

Het gaat een luxe boek worden met hardcover, in een iets groter formaat dan A4, maar liefst 176 pagina's dik, en zal verschijnen in het Nederlands en in het Frans. Wellicht later ook in het Engels. Ergens in het najaar zal de presentatie plaatsvinden, waarvoor ik de genoemde Franse chefs naar het noorden laat komen met hun foie gras en truffels. Want van lullige hapjes bij zo'n presentatie houd ik niet.

Het boek gaat € 29 plus verzending kosten. Bij voorintekening betaalt u € 24 inclusief verzending. U kunt nu al voorintekenen via martine@saisonnier.net

dinsdag 19 juni 2012

Chez Buffard

Twee, drie jaar lang heb ik gezeurd omdat ik het wilde kopen. Carine bleef hardnekkig nee zeggen, helaas, ik heb haar handtekening nodig. Ik bedoel het pand dat midden in ons dorp staat en om zeer ingewikkelde redenen Chez Buffard (zal ik in mijn boek uitleggen) noemt. De begane grond was vroeger een winkel, op de eerste etage zijn maar liefst 8 grote kamers die elk hun eigen cheminée hebben. Ook de tweede etage biedt veel mogelijkheden, althans als er een dak op zou zitten. Een brand verwoestte het dak. Dit enorme pand met zijn binnentuin en dépendances, ter grootte van een kasteel, kon ik kopen voor € 90.000. Stiekem had ik een offerte gevraagd voor een nieuw dak, kosten € 60.000 all in. Voor dat totaalbedragje heb je in België of Nederland niet eens een éénkamerstudiootje. Enfin, Carine bleef nee zeggen en de tijd kroop voort. Het pand is nu gekocht door een voormalig restaurateur uit Les Landes. Sinds vorige week zijn er veel timmerlieden aan het werk. Volgens het bord op de muur gaat het Le Clos Mandalou heten, een combinatie van table d'hôtes en chambres d'hôtes de charme. Het zal volgende lente openen en een verrijking van het dorp betekenen, bovendien zullen de vier enge kale dreigende schoorstenen uit het straatbeeld verdwijnen. Gelukkig maar. Hoewel ik voor de rest van mijn leven een beetje wrok zal hebben, omdat ik dezelfde plannen had.
Er is nog meer nieuws: in de Mandalou stroomt water! Niet veel, maar het stroomt. Is het seizoen dan zo nat? Nee, het heeft denk ik een andere reden. Ik vertelde u vorig jaar al hoe de tabaksplantages hier altijd floreerden. Europa heeft nu de subsidiekraan dichtgedraaid, de overgangstermijn liep begin dit jaar af. Zodoende dat er bijna geen boeren meer met tabak bezig zijn. De tabeksplant heeft enorm veel water nodig en de boeren pompten het illegaal uit elk beekje. Dat is nu afgelopen, de pompen zijn weggehaald. Dus kan er weer water door ons dorpje stromen.

zondag 17 juni 2012

De Franse slag

Bij ons andere huis, 50 meter verder, hebben we een mooie tuin die vorig jaar nog verwilderd was. Ik wilde er graag een mooie pélouse (gazon) in hebben, maar dan moet je ook altijd ter plaatse zijn. Behalve als iemand het gras voor je wil maaien. Gelukkig kon ik een deal sluiten met ebeniste (timmerman) Frédéric. We spraken een vast maandbedrag af, ik was contant (tevreden) en legde vorige été (zomer) een nieuwe grasmat aan. Het was wel jammer toen in de herfst bleek dat Frédéric er niets aan had gedaan. Hij had er een verklaring voor: nieuw gras moet je even met rust laten. Toen we in de winter weer terugkwamen, bleek dat Frédéric niets had gedaan. Hij had daar een verklaring voor: in de winter is het niet goed om te maaien. De lente dan. Toen was te zien dat het gras enkele uren voor onze aankomst was gemaaid. Vermoedelijk voor de eerste keer. En nu is het dan zomer. Gisteren is hij in allerijl het gras gaan maaien, zonder mij iets te zeggen. Vermoedelijk voor de eerste keer. De grasmat is volledig verprutst, het is gewoon een gemaaide wildernis, precies zoals het vroeger was.
Plotseling stond onze vriend Frédéric aan de deur met een onschuldige glimlach en een kist verse champignons. Hij excuseerde zich duizend maal, hij had helemaal geen tijd gehad. Logisch want via mijn bemiddeling heeft hij een nieuwe klant gekregen. Als een Fransman een nieuwe klant krijgt, laat hij de rest van de wereld vallen. Ik had het moeten weten. Wat ga ik nu in hemelsnaam met die knaap doen? Lynchen? De guillotine? Z'n ballen afsnijden? Lanzaam verzuipen? Ze strot afsnijden? Dan komt er weer een nieuwe Frédéric en die zal geen haar beter zijn. Ze doen alles met de Franse slag.
Nu is hij niet de enige. Toen ik gisteren de hoofdkraan van de waterleiding openzette, plonste en spatte het van alle kanten. De plombier (loodgieter) die in de lente de reparaties van de vorstschade uitvoerde, had kennelijk alles met de Franse slag gedaan. Daar zit ik dan, met een overstroomde garage en alweer zoals in de lente geen druppel water. Met de Franse slag, voor degenen die het nog niet weten, wil zeggen dat je je er met een jantjevanleiden van af maakt. Dat gaat in Frankrijk niet sneller, nee het duurt net zo lang of misschien langer, maar dan anders.
Ik heb het inmiddels helemaal gehad met die Fransozen. Vroeger kwamen ze met tromgeroffel in de lage landen vrijheid, gelijkheid en broederschap brengen. Inmiddels weet ik wat ze daarmee bedoelen. Ik denk dat ik een Engelsman gaan zoeken. Die zijn hier in overvloed en sinds de crisis willen ze allemaal werken. Gelukkig is het crisis zodat wellicht mijn crisis voorbij kan zijn.

Naar een ontwerp van Anton Pieck

Telkens, elke dag zelfs, verbaas ik me over het uitzicht dat we vanuit onze woonkamer hebben. Geen wijds vergezicht, geen bosrand en geen strand met zee. Nee, ons uitzicht werd door Anton Pieck ontworpen en toen door diverse architekten en vele honderden handarbeiders uitgevoerd. Ze deden er heel lang over, zelfs wel duizend jaar, dit omdat Pieck heel veel onmogelijke details in gedachten had. Moeder Natuur was zo blij met het resultaat dat ze er spontaan de mooiste bloemen bij zette. Vermoedelijk had Anton Pieck dat ook zo bedoeld. Degene die vroeger ons huis bouwde, plaatste op de juiste plek een raam. Alleen een vergulde schilderijlijst ontbreekt nog. Daar moet ik eens naar op zoek...

zaterdag 16 juni 2012

Getallen

De reis naar het zuiden was vandaag geen onverdeeld genoegen, het regende dat het goot, van Antwerpen tot Limoges. In Parijs was zelfs een stukje pheripherique afgezet wegens wateroverlast. Hier en daar ging het stapvoets, negen uur lang de ruitenwissers in de hoogste stand, daar wordt elk mens zot van. Behalve de zotten, die zijn het al. En toen, Limoges voorbij, zag ik in de verte blauwe luchten! Plotseling, van de ene minuut op de andere, was het landschap kurkdroog en steeg de temperatuur met 10 graden. Toen ik eenmaal in Saint-Pompon arriveerde, leek het alweer heel lang geleden dat ik ooit regen had gezien. Zo gaat dat richting zuiden nu eenmaal.
Traditioneel vertel ik u zo'n eerste dag de nieuwtjes die ik verneem. Er zijn geen dooien te betreuren, dat is al positief. Ons rozenstruikje dat Carine plantte, draagt nu kilo's bloemen, het struikje is inmiddels 7,6 meter hoog, dat heb ik opgemeten.

Vervolgens ging ik naar het pleintje en daar kwam ik een merkwaardig Frans individu tegen ter grootte van Louis de Funes, behangen met enkele gouden kettingen. Hij gaf met een royale stevige hand zonder zijn naam te noemen en vertelde dat hij 67 jaar oud was. Of ik een pintje lustte. Nou vooruit dan. Die Chevrolet is van u hè? Zo begon het gesprek. Ik heb ook een Chevrolet, zei hij, maar dan met 12 cylinders. Ja, zei ik, dat is misschien dezelfde als mijn andere Chevy want die heeft er ook 12. U hebt 2 Chevrolets? Ik heb er 4, zei hij. Ik begon het best wel amusant te vinden en moest denken aan het wagenpark van onze uitgeverij. Dus vertelde ik dat ik 14 auto's heb. Zou hij daar niet tegenop kunnen? Integendeel, hij bleek 20 auto's te hebben. Hij legde uit dat hij een grote ondernemer was geweest en de boel had verkocht. Maar alle winkels heb ik overgehouden, zei hij, inclusief auto's. Hij vervolgde met: Mijn grootste Chevrolet is bijna 8 meter lang en 3 meter breed. Nou, dan heb ik inderdaad maar een kleintje.
Gouden kettingen, Louis de Funes, 20 auto's, waaronder 40 Chevrolets van 12 meter lang en met 16 tot 32 cylinders, de boel verkocht, alle winkels behouden, eigenlijk verbaasde me dat niet, want in Saint-Pompon hebben meerdere rijken hun tweede huis. Denk maar aan André Rieu of de chocolademeneer Van Houten bijvoorbeeld.
Maar ineens moest ik schrikken toen het mannetje kordaat het café instapte, achter de toog ging en voor mij een glas bier ging tappen. Toen kwam de aap uit de mouw. Deze Louis de Funes wil van Bruno het café overnemen. In de tussentijd werkt hij er 20 uur per week.
Kijk, dat vind ik uniek. 70 gouden kettingen, 102 Chevrolets van 70 meter lang met 68 tot 98 cylinders, de zaak verkocht maar alle 495 winkels overgehouden, 67 jaar oud en dan 20 uur per week achter de toog gaan staan. Dàt noem ik pas klasse! Dus gaf ik hem een stevige handdruk en ben toen naar huis gegaan. Zijn werktijd zat erop, dus ging hij naar de camping. Vermoedelijk zal hij een tent hebben van 173 meter hoog met 17 puntdaken en 43 ingangen. Daar kan ik niet tegenop. Maar ja, ik heb dan ook geen baan van 20 uur.

donderdag 14 juni 2012

Naar Saint-Pompon per boot?

Een bootbezitter, iemand die ook alle vakanties met zijn zeewaardig zeilschip op pad gaat, vroeg me ooit of hij per boot in Saint-Pompon kon geraken. Dat vond ik best wel komisch, dus begon ik een heel serieus antwoord te formuleren. Vanuit de Noordzee ga je richting zuiden en passeert het Kanaal. Vervolgens omzeil je Normandië en Bretagne en kom je in de Golf van Biskaje (letterlijk de Golf van Baskenland) terecht. Daar zoek je de monding van de Gironde op. Je vaart deze brede stroom op tot Bordeaux. Daar neem je de Dordogne. Vaar gewoon door tot de brug van Castelnaud-la-Chapelle en ga direct na die brug rechtsaf, de Céou op. Attentie in Daglan, sla hier af en ga de Lousse op. Na een kilometer of zes kom je Saint-Pompon binnen. Vaar hier meteen de Mandalou op. Al na zestig meter, net voor het derde bruggetje, meer je in het haventje aan.
De bootbezittende vriend had al die tijd aandachtig geluisterd en nauwkeurige notities gemaakt. Ergens in juli zou hij in het haventje verschijnen, beloofde hij, onderweg zou hij alvast een seintje geven.
Is hij er ooit geraakt? Bij mijn weten niet. Totaan Bordeaux zou de reis nog wel lukken. Maar dan.
Vroeger zeilden er veel vrachtschepen op de Dordogne om vaten wijn, kastanjes en noten te transporteren. Het waren platbodems die men Gabarres noemt, een schipper op zo'n ding heette een Gabarrier. De rivier is op veel plaatsen niet dieper dan 30 cm, een platbodem is dan geen luxe. Maar er zijn ook stukken met nog geen 10 cm water. Het hele schippersgezin werd dan ingespannen om de boot verder te trekken. Maar stel dat je dit alles zou doen om bij de brug van Castelnaud te raken, de rest van de tocht kun je niet eens met een kano bepeddelen. In de Céou en de Lousse is precies genoeg ruimte om er waterkreeftjes te laten bewegen. En in de Mandalou, die ons dorpje in tweeën snijdt, staat minimaal negen maanden per jaar geen druppel water. De haven van Saint-Pompon is een platte steen. Nee, dan toch maar liever met de auto. Of per vliegtuig zoals tegenwoordig veel mensen doen. Het is van Charleroi naar Bergerac nog geen uurtje vliegen en soms kost die reis nauwelijks 20 euro. Daar kan je met een zeilboot niet tegenop.

Een gerestaureerde gabarre

maandag 11 juni 2012

Parijs' poldergups

De arrogantie waarmee de Fransozen in het leven staan, is spreekwoordelijk. Een mooi voorbeeld daarvan zien we op de radiozender van de péages. Deze 107.7 is een zender die vooral verkeersinformatie geeft en dat is geen luxe voor mensen die nog duizend kilometer voor de boeg hebben. In de zomerperiode zijn de wegen gevuld met buitenlanders, maar denk nu niet dat de Fransen daaraan denken. Nee, de informatie wordt (bijna) uitsluitend in het Frans gegeven. In zeer rad Frans; in Parijs' Frans. Ze gaan er automatisch dat de hele wereld die taal tot in de puntjes beheerst. Zo niet, dan heb je pech gehad. Die arrogantie geldt voor àlle niveau's. Kampioenen zijn de Parijzenaars, want zoals de Fransen buitenlanders minderwaardig vinden, zo vinden ze in Parijs de rest van Frankrijk minderwaardig. Het woord "province" wordt door hen dan ook zeer minachtend uitgesproken. Tegenwoordig heeft dat "provincuhh". Met de nadruk op de i.
Vroeger werd er in Parijs Parijs' gesproken en in Lyon Lyons. Dat was een logische gang van zaken, doch is anno 2012 allemaal veranderd. Waar je ook bent, in de grootste stad tot in het diepste platteland, vrijwel iedereen spreekt voortaan Parijs'. Dat hebben ze allemaal van de televisie geleerd. Het begon een jaar of tien geleden heel voorzichtig met "bonjour-uhhh", tegenwoordig zijn hele gesprekken zo. "comment allez-vous-uhhh", zegt de een. "Très bien-uhhh", antwoordt de ander. Tegen mij zggen ze "Norbèruhhh". Is dat Parijs'? Welnee, de tv heeft er dat van gemaakt. Denk niet dat u met uw middelbare-school-Frans nog ver zult geraken, nee, u moet dringend Parijs' gaan leren.
Ach, eigenlijk is dat in Nederland precies hetzelfde. Daar wordt ook nog maar één taal gesproken, namelijk het poldergups. Mijn kleindochtertjes zijn echte Brabanders, ze wonen in Den Bosch. Ze zeggen niet "Ja hoor", maar "Ja hooj". Dat hebben ze van de tv geleerd.
En zo verloedert de wereld met rasse schreden. Als het aan Europa ligt, kan het niet snel genoeg gaan.

zondag 10 juni 2012

Décapotable

Ik had oorspronkelijk gepland om gisteren naar Saint-Pompon te vertrekken, maar helaas drukdruk. Morgen heb ik nog een aantal topchefs, patissiers en fooddesigners over de vloer voor een denktank, dinsdag rmoeten nog enkele teksten en de laatste stukjes eindredactie de deur uit en dan ben ik klaar. Gelukkig want de heimwee naar mijn dorpje was zelden zo groot. Ik heb al een zware krat klaarstaan met het schrijfwerk dat ik tijdens de vakantie moet afmaken, enkele boeken naderen in augustus/september hun deadline.
Veel bouwvakwerk valt er in Saint-Pompon niet meer te doen en dat is voor het eerst in 12 jaar. Accoord, ik kan nog wel een vol jaar bouwwerk verzinnen, maar dan moet ik ook echt gaan verzinnen. Eigenlijk heb ik er helemaal geen zin in om het derde huis te gaan aanvallen, twee is eigenlijk wel genoeg.
Maar er moeten nog andere dingen gebeuren. Bij diverse sterrenchefs in de Périgord wil ik nog reportages maken, dit als sluitstuk van het boek "Groeten uit de Périgord". Dan ben ik daar eindelijk ook eens mee klaar.
En nu maar hopen dat het de komende week mooi weer is. Dan kan ik naar het zuiden rijden, kap van de auto, met de routemiep op "vermijd snelwegen". Rijden in een "décapotable" zoals de Fransen zeggen, is telkens weer een unieke ervaring. Je hebt ongeveer net zo veel contact met de natuur als op de fiets. Geluiden van fluitende vogeltjes en ruisende bomen, geuren die uiteenlopen van versgemaaid gras tot en met de friteuse van een Chinees restaurant... Partir, c'est mourir un peu? Niet als ik naar het zuiden vertrek!