zaterdag 11 juli 2015

Zwembadeigenaren

Terwijl de brandende zon bijna verdwenen is, lijkt de rust in het dorp veel op de rust van overdag. Toch voel je de veranderingen, vooral omdat de geluiden anders zijn, alle geluid lijkt nu van ver weg te komen. In de verte hoor ik mensen praten, ze zitten op een terras om af te koelen na deze alles verzengende dag. In de verte hoor ik een hond blaffen, uit puur plezier vanwege de temperatuur die nu gaat dalen. Heel in de verte hoor ik een kennelijk autogeluid van iemand die nodig van A naar B moet. De raamluiken zijn nog steeds overal gesloten opdat de huizen koele plaatsen zullen blijven. De Périgord heeft weer een dagje canicule overleefd. Ze zijn er niet elk jaar, maar àls ze er zijn, de hittegolven, weet iedereen wat hem te doen staat. Niet klagen of zeggen dat het warm is, want dat maakt het alleen maar erger. Zo min mogelijk bewegen, is het devies. Zelfs geen potje belotten (klaverjassen) of tafelvoetbal, want dat is in deze omstandigheden niet goed voor het hart. Degenen met een zwembad hebben op dit moment veel boezemvrienden, die met hun kinderen, kleinkinderen en achterneefjes komen plonsen. Straks wanneer de koelte zich presenteert, zullen de vrienden plots huiswaarts zijn gekeerd, hun rotzooi en de urine van hun kleinkinderen achterlatend. Morgen zullen zij weer vrienden zijn, tenzij het weer omslaat.

De zwembadeigenaren, ze zijn met velen, verkeren in een altijd durende penibele positie. Het ganse jaar zijn ze met hun haat/liefde bezig. In de winter hopen ze dat niets zal stuk vriezen, in de lente constateren ze wat de vorst heeft aangericht. Er moeten Franse vakmannen worden gebeld, die niet zullen komen. Daarom gaan de zwembadeigenaren zelf te water, ook al meet het vocht slechts 12° Celcius. Gelukkig hebben zij veel tijd, want vrienden hebben zij niet. Tot op een gedenkwaardige dag in juli, als een canicule uitbreekt. Vervolgens, in de herfst, rennen zij met een schepnetje heen en weer omdat de boombladeren dit bevelen. In gedachten nadert de winter al...

vrijdag 10 juli 2015

Grote problemen, kleine oplossingen


De laatste jaren worstelt ons dorp, zoals zo vele dorpen, met een levensgroot probleem. De kinderen die hier geboren zijn, trekken  naar de grote stad en laten het dorp steeds leger achter. In de dorpskom zelf, le bourg, woonden honderd jaar geleden nog meer dan tweeduizend mensen. De meesten woonden bepaald niet comfortabel, meestal met een man of vijftien in een klein huisje. In Saint- Pompon, een kruispunt van Romeinse wegen en een halteplaats voor bedevaarders richting Compostella, was altijd veel te doen geweest, dit versterkt door twee okermijnen en de mijn voor pure kalksteen, destijds gebruikt in de drukkerijwereld (steendruk). De honderdjarigen van ons dorp kunnen boeiend vertellen over de ervaringen in hun jeugd. Toen telde het dorp nog meerdere cabarets, etablissementen waar je kon eten, drinken en feesten om vervolgens in twijfelachtig gezelschap naar de hooizolder te gaan. Ook weten de oudjes nog hoe vroeger de markten waren. Er was een straat gereserveerd voor eenden en een andere voor varkens. Momenteel wonen er in de dorpskom nog zo'n 60 mensen, de gemiddelde leeftijd is zeer hoog, want 8% van de mensen is de honderd gepasseerd. Toen Carine en ik hier 25 jaar geleden voor het eerst kwamen, was het dorp nog in volle bloei. Helaas, de mensen die toen heel oud waren, zijn er niet meer.
Nog steeds mag ons dorpje zich gelukkig prijzen, want we tellen: 1 slager, 1 bakker, 1 postkantoor, 1 apotheker, 1 superette, 1 benzinestation, 2 cafeetjes,1 restaurant, 1 boerenbondwinkel, 2 campings, 1 school, 1 lelijk gemeentehuisje, 1 bibliotheek en 60 sjacheraars die eieren tegen kroppen sla ruilen. Maar hoe lang nog? Madame Badourès van het ene cafeetje met benzinepomp gaat richting de 80. De bakkerij is onlangs gestopt met zelf brood bakken. Christian de beenhouwer is de pensioengerechtigde leeftijd gepasseerd en zoekt wanhopig naar een opvolger. In het andere cafeetje annex restaurant is Bruno gestopt om de tent te gaan verhuren aan een Hollander. Maandelijks gaat er wel iemand dood, ondanks het dagelijkse gevecht dat onze jonge burgemeester levert, die tevens de wijkverpleger is.
Hoe gaat dit dorp met de toekomst om? Voortvarend en ambitieus. Er hangen tegenwoordig honderden geraniums en rozen te bloeien, oude straatjes werden opgeknapt, er kwam weer een weekmarkt, het toerisme wordt gepamperd met een wekelijkse Marché Gourmand op zaterdagavond en zelfs werd afgelopen mei hier het door Culinaire Saisonnier gesponsorde (50 euro) nationale kampioenschap VTT (mountain bike) verreden. De burgemeester heeft via zijn vriendjes gezorgd voor een supersnelle internetverbinding, gratis wifi en een zendmast voor mobiele telefonie. Volgens hem kan het dorp een nieuwe toekomst krijgen dankzij internet. Want waarom zou je met je webshop in het benauwde Parijs blijven zitten terwijl Saint Pompon je toelacht. Inmiddels heeft hij met zijn visie al enkele succesjes geboekt en dat geeft vertrouwen. Er is een kleine superette gekomen waarvan de gemeente de huurlasten draagt. Wally heeft de afgebrande kruidenierswinkel omgetoverd tot luxe chambre d'hôte en ikzelf heb in totaal 3 huizen zorgvuldig gerestaureerd, iedereen draagt zijn steentje bij. Ik weet bijna zeker dat dit dorp mij zal overleven.


woensdag 8 juli 2015

Algemene update begin juli 2015

De eerste weken van mijn verblijf in het lieflijke Saint-Pompon, ik meldde het u al, besteedde ik aan het schrijven van de experimentele roman SNAREN. Veel meer kon ik overigens niet doen met mijn gebroken rib, zeker geen gebouwvak. Stilaan wordt de pijn minder en kan ik beter bewegen. Omdat Carine in aantocht was, heb ik toch maar een en ander gedaan, zoals grasmaaien, zwembad opzetten en mijn eigen rotzooi opruimen. Het in de winter gezaaide gras begint al lekker op te schieten. Aan de plaatjes kan u zien hoe zeer ik mijn best deed.



Een klassieke zomerse bezigheid voor mij is het maken van de Ti'Ponch. Blanke rum en een grote hoeveelheid specerijen laten macereren en vervolgens mengen met sinaasappelsap. Een wolf in schaapskleren.



Dan moet ik u nog even met enige fierheid melden dat je vanaf de berg slechts twee gebouwen van de dorpskom kunt zien: de kerk en Château Norbert. 



Gallische wegen en geheimzinnige bouwwerken

Altijd had ik gedacht dat de Romeinse wegen in en rond ons dorp door de oude Romeinen waren aangelegd. Mijn trouwe gids Christian wist me te vertellen dat ze veel ouder zijn. De Romeinen maakten er gebruik van en pasten ze aan, ook maakten ze er aaneengesloten netwerken van. De wegen zijn echter van Gallische oorsprong. Ze worden hier Chemins Gaulois genoemd. Ze zijn meestal redelijk smal en bieden plaats aan een voetganger met één beest. De weggetjes worden aan weerszijden geflankeerd door stenen muren, soms laag, soms hoog. Je treft ze zowel in open veld als in de dichte bossen aan.




Aan de weggetjes kom je van tijd tot tijd zeer oude bouwwerken tegen. Die hebben de tand des tijds kunnen doorstaan omdat ze volledig uit natuursteen zijn opgetrokken, zonder gebruik te maken van hout dus. De mooiste die ik tot nu toe tegenkwam, is ooit gebouwd geweest als drogerij. Het dak is hoog en krijgt bovenaan de vorm van een schoorsteen terwijl er onderin ventilatiegaten zitten. Welke oogst werd hier ooit gedroogd?



Met grote regelmaat ontdek je een stenen cabane langs de weggetjes die slechts ruimte bieden aan één persoon. Die waren bedoeld als schuilplaats bij onweer.


Zelfs ontdekte ik een cabane, zeer bijzonder, die uit drie afzonderlijke vertrekken bestaat. Hij is van een wonderschone architectuur. Er zullen ooit mensen hebben gewoond, want er zijn nog duidelijke restanten van een stenen veekraal. Van één element dat ik rond Saint-Pompon aantrof, kan ik de functie niet begrijpen. Het betreft een muur tussen de wijngaarden die op sommige plaatsen wel twee tot drie meter dik is. Daarin zijn diverse cabanes gebouwd.